Dit boek behandelt de vraag: “Deugt ons kleuteronderwijs?”
Een informatief boek over het onderwijs aan kleuters dat is onderbouwd met nationale- en internationale wetenschappelijke literatuur en getoetst is in de praktijk.
In het boek worden de volgende deelgebieden behandeld:
I Kleuter zijn
Pedagogiek, ontwikkelingspsychologie en neurowetenschap worden hier naast elkaar gelegd.
II Wat weten we van kleuteronderwijs?
Een beeld van wat kleuteronderwijs is en wil zijn en hoe het tegemoet komt aan wat er in deel I beschreven is.
III Soorten kwaliteitsoordelen
Een beeld van ‘de gouden standaard’ volgens verschillende wetenschappelijke en gevalideerde bronnen.
IV De goede dingen doen
Vertaling van de uitkomsten van internationaal onderzoek naar de Nederlandse situatie.
V Deugt ons onderwijs aan kleuters?
Deel V eindigt met aanbevelingen voor de toekomst van het kleuteronderwijs. Dit zijn geen conclusies, daarvoor is het beeld nog te diffuus. De schrijfster hoopt dat de nieuwe vragen die worden opgeroepen zullen leiden tot meer wetenschappelijk onderzoek in de Nederlandse context.
Waarom deze titel gekozen / Wat valt op / Wat heeft het je gebracht?
Ik heb dit boek gekozen omdat ik bezig ben met een opleiding Jonge Kind Specialist. Het doel van deze opleiding is je eigen professionele visie op kleuteronderwijs ontwikkelen. Bij dit doel sluit het boek ‘De kleutervriendelijke school’ goed aan.
Wat mij in eerste instantie aansprak in het boek is de herkenbaarheid van de onderwerpen die besproken worden en de ideeën die ik hier zelf over heb: Pogingen van kansengelijkheid die ingezet zijn hebben tot op heden onvoldoende resultaat, passend onderwijs heeft zijn doelen niet behaald (zijn althans in effecten niet te meten), de inrichtingsvrijheid zorgt voor het ontbreken van onderzoeksgegevens, m.b.t. bijvoorbeeld de kwaliteit en de effectiviteit, over het onderwijs aan kleuters zoals wij dat bieden.
Ook komen er verrassende zaken aan de orde zoals o.a. dat wij al een halve eeuw investeren in Nederland in beleid om onderwijsachterstanden te voorkomen. Er is voor €20.000.000.000 geïnvesteerd, maar er is geen gedegen onderzoek verricht naar de effecten ervan op het kleuteronderwijs.
Verder beschrijft de schrijfster onder andere hoe het kleuterbrein werkt, de verschillen in ontwikkeltempo tussen kleuters, de stimulans die kleuters nodig hebben, de noodzaak van een veilige basis en een rijke leeromgeving en welke activiteiten daar goed bij passen. Het belang van spelen en voor welke ontwikkelingsgebieden dit stimulerend is wordt helder uiteengezet.
Is het een aanrader of een teleurstelling?
Het boek is voor iedereen die betrokken is bij onderwijs aan kleuters een aanrader. Het zet aan tot denken en zo nodig een heroriëntatie van je visie op kleuteronderwijs. Hoe leren kleuters het beste? Welke doelen willen we behalen? Wat betekent dat voor ons aanbod? En zo zijn er vele vragen waarop de antwoorden je visie versterken.
Het boek biedt antwoorden, stelt vragen en biedt gespreksruimte in je team over het te geven kleuteronderwijs op jouw school. Daarmee sluit het precies aan bij waar het kleuteronderwijs in Nederland nu is: we weten al best veel, maar er is ook nog veel te onderzoeken!